VAN KROATIE NAAR BOSNIE-HERZEGOVINA - zaterdag 23 mei 2015

Hoewel Kroatië tegen de euro-grens ligt (Slovenië), zijn ze daar niet wild van de euro. Wanneer je als toerist probeert om in plaats van met kuna in euro te betalen, krijg je meestal kaartje retour. Dat overkwam me zelfs bij de meren van Plitvitce, nochtans een toeristisch mekka. Met andere woorden: de Kroaten vertrouwen hun kuna, en bij uitbreiding hun eigen overheid.

Bij het betalen van camping of restaurant kreeg ik altijd een rekening of een factuur. Rekeningen moeten kloppen, een boekhouding ook, de belastingdienst kijkt toe. Het lijkt allemaal zo normaal als wat, eigenlijk is het geen nieuws.

Dan rijd je Bosnië binnen.

Dat is een land dat uit twee delen bestaat: de ‘federatie’ waar katholieke Kroaten, islamitische Bosniakken en een paar orthodoxe Serviërs samen leven, en de ‘republiek’ van de Serviërs. Wij bezochten alleen de ‘federatie’, met steden als Sarajevo en Mostar. Een mooi land dat zowat alles te bieden heeft wat de toerist zoekt: prachtige bergen, mooie rivieren, interessante musea, steden met gezellige straten en markten, schitterende oude kerken en moskeeën. Vriendelijke mensen, lekker eten (en nog goedkoop ook).
In onze reisgids werd afgeraden om in Bosnië-Herzegovina ’s nachts met de auto te rijden: geen wegverlichting, te veel putten in de baan. Dat viel in de ‘federatie’ heel erg mee; de wegen lagen er over het algemeen goed bij. Autowegen zijn zeldzaam, de wegen zijn smal maar kunnen het schaarse verkeer goed aan. Dat er weinig tankstations zijn, is ook achterhaald, en je kunt overal betalen met de creditkaart.
Op wegwijzers zijn ze zuinig. Meer dan zuinig zelfs: vooral op wegsplitsingen ontbreken ze. Als ze er staan, dan wel eens in het Cyrillisch - tot daar aan toe; maar ontbreken is erg. Wat het er niet beter op maakte, was dat onze gps alleen de historische hoofdwegen scheen te kennen. We hebben dus veel onbekende kanten van de ‘federatie’ gezien.
De officiële munt van Bosnië-Herzegovina is de KM, de convertibele mark, die ongeveer een halve euro waard is. Het eerste wat je als toerist in Sarajevo en nog meer in Mostar en omgeving opvalt, is dat betalen met de lokale munt niet erg wordt gewaardeerd. In de toeristenzones staan de prullaria eerst in euro (grote cijfers), dan in KM (kleine cijfertjes) geprijsd, en op de menukaarten is het niet anders. Moet uiteraard kunnen – maar het zegt wel iets over hun kijk op de KM.Behalve wanneer je met de creditkaart betaalt, verdwijnt je geld meteen in een portefeuille. Met een vriendelijk dankwoord, dat wel, maar zonder een spoor na te laten.

Voor ons eerste bezoek aan Mostar namen we de auto: het was zondag en het openbaar vervoer rustte uit. Geen probleem, zei de vriendelijke mevrouw van de camping, op zondag is het vrij parkeren in de stad en er is plaats zat. Dat laatste was waar; maar voor elke gratis parkeerplaats zaten een paar stoere bonken op een stoel (brede schouders, grote snorren, felle blik) die geld eisten. Bewaking, veiligheid: ze toonden een kaartje met onleesbare tekst. Duur waren ze niet, maar betalen moest je.

Wanneer een politieman ons tegenhoudt in Medugorje (het Lourdes van Bosnië) en zegt dat we iets fout hebben gedaan (wat? – hij spreekt alleen Bosnisch), schrijft hij op de achterkant van een papiersnipper dat we hem twintig euro moeten betalen. Omdat ik alleen briefjes van vijftig heb, kijkt hij in mijn portefeuille en haalt er vijftig mark (vijfentwintig euro) uit. Ik krijg mijn identiteitskaart terug en hij wuift me weg. Die keer zelfs geen dankwoordje. Danig uit het lood geslagen en ontmoedigd door de taalkloof laat ik het gebeuren. Eenmaal terug in de auto echter heb ik Moeder Maria duidelijk mijn mening gezegd over haar keuze om net hier te komen verschijnen.

Armoede is de schrale grond waarop corruptie bloeit. De burgeroorlog heeft het land uitgeput. Veel huizen zijn pokdalig door de kogelgaten, granaten hebben sterren getekend op de grond en de gevels. Ook binnen in de mensen. Zo’n oorlog slaat de grond onder je voeten weg. Er is geen houvast meer. Wat is goed, wat is slecht? Als je de lijken van je buren op straat hebt zien liggen, als je hebt moeten rennen voor je leven, als je zelf op mensen geschoten hebt, wat maakt het dan nog uit dat je een (rijke) toerist een beetje melkt? De weinige keren dat het tot een gesprek kwam met een Bosniër (een moslim in Mostar) klonk er alleen wanhoop in zijn woorden: ze hebben alles kapotgemaakt. Die ‘ze’ sloeg terug op de Joegoslaviërs – dus zij allemaal.

Toch denk ik er niet zo negatief over. Bosnië-Herzegovina lijkt op weg een land te worden. De wapens zwijgen, er wordt weer opgebouwd. Wie jonger dan twintig is, kent de oorlog alleen uit de eindeloze verhalen van ouders en grootouders, net als ik de Tweede Wereldoorlog als eeuwig terugkerend refrein kreeg voorgeschoteld en me er als puber niet veel kon bij voorstellen – mijn belangstelling ging uit naar de toekomst. In Sarajevo staan wolkenkrabbers te blonken, in de straten flaneren mooie vrouwen, de jeugd loopt met een gsm aan het oor en bevolkt de vele terrasjes, er staan dure auto’s geparkeerd. De ‘federatie’ is door en door multicultureel - in tegenstelling tot de ‘republiek’ - en iedereen weet hoe kwetsbaar zo’n model is. Als ze erin slagen om Kroaten, Bosniakken en Serviërs samen te houden, wordt de federatie Bosnië-Herzegovina een van de interessantste landen van ons oude continent.


Terug naar de vorige pagina >