BRUSSEL - vrijdag 25 maart 2016

Ik heb er lang over nagedacht. Spreken of schrijven? Is alles niet gezegd, van alle kanten bekeken, wetenschappelijk, met poëzie, politiek, psychologisch? Valt er nog iets aan toe te voegen?
Maar als je echt schrijver bent, heb je eigenlijk geen keuze. Je moet.
Vooreerst: Brussel.Ik hou van Brussel, ik ga er graag naartoe, naar musea, om te shoppen, om te flaneren, om lekker te eten. Ik neem onze buitenlandse gasten altijd mee naar Brussel en toon hen met enige trots onze hoofdstad. Brussel is top. Onze enige grootstad. Multicultureel. Multinationaal. Ons eigen Parijs.
Ik hou van Brussel, ik hou van Schaarbeek, waar mijn zoon lang woonde en waar het leven goed is. In Molenbeek ben ik nooit geweest; al wat ik daarvan weet, komt uit kranten en tv en is dus via via. In mijn vriendenkring heb ik geen moslims. Wanneer ik meer over hen wil weten, lees ik hun boeken. Vooral dan de boeken van schrijvers die hier zijn opgegroeid, in Borgerhout, in Brussel, in Amsterdam. Ik herken in hen, los van cultuur en religie, mezelf, dezelfde verlangens, dezelfde angsten. Ik las de Koran en leerde dat het verschil met de Bijbel niet zo groot is. Dezelfde grootsheid, dezelfde wreedheid, goddelijke woorden in een ontoereikende mensentaal. Dat heb ik gedaan voor ik aan 'Hardnekkige Mist' begon.
 
Laat het me nog even over dat boek hebben, waarin twee jonge Marokkanen over de schreef gaan.
Ik vraag me af wat 'Ali' en Zidan zouden denken van 22 maart 2016. Van Zidan ben ik zeker: die zou het afschuwelijk vinden. Wat hij eigenlijk wil, is duidelijk: een leven als iedereen, een partner, kinderen, een baan, ook al doet hij zich anders voor. Hij maakt een verkeerde keuze wanneer hij zijn cultuur (de ereschuld) belangrijker vindt dan zijn geweten. De onderwijzer herinnert er hem aan wie hij eigenlijk is: een fatsoenlijk mens.
 
Bij 'Ali' twijfel ik. Hij is een gekwetst persoon, hij is zichzelf kwijt. Hij lijdt onder vernedering en ontkenning, en hoopt op verlossing. De verlossers staan klaar: een groepje fanatici. Hoe ver dat groepje zou gaan, weet ik niet. Niet elke extremist wordt gewelddadig. Maar een jongen als 'Ali' zou weinig weerstand bieden als hij werd meegesleurd. Vroeger, als Belg, zou hij zich misschien bij de communistische terreurgroep CCC aangesloten hebben; in Baskenland bij de nationalistische ETA; in Duitsland bij de linkse 'Rote Armee'; in Italië bij de rechtse P2 die het station in Bologna opblies; nu zou het bij de religieuze IS kunnen zijn. Van kleine naar grote misdaad, en van grote misdaad tenslotte naar terrorisme. 'Ali' belandt in de gevangenis op beschuldiging van moord – onterecht. Hoe zal hij eruit komen?
 
De discussie is interessant en tegelijk tevergeefs: word je als terrorist geboren, of word je het door je (gebrek aan) opvoeding? Ik neig ertoe het tweede te geloven. In ieder van ons zit goed en kwaad, edelmoedigheid net zo goed als nijd. Welk plantje voeden we, welk wordt gewied? Wanneer is de tuin definitief overwoekerd door kwaad?


Terug naar de vorige pagina >