Recensies 'De Idolen van Halle'

Luc van Eynde, een jeugdvriend van Harry Michielsen, wordt het slachtoffer van een schietpartij in zijn eigen huis; zijn vrouw en dochter worden gedood, hijzelf wordt zwaargewond en zijn zoon Ben blijft als door een wonder gespaard. Of dit wel een wonder is, wordt steeds meer een vraag. Motief en daders blijven onbekend. Harry besluit uit compassie weer contact met Luc op te nemen, maar raakt daardoor betrokken in een reeks ook voor hem onaangename gebeurtenissen die hun invloed hebben op de huiselijke omstandigheden. Het huwelijk dreigt vast te lopen. Harry werkt thuis voor een niet renderend blaadje over wiskunde en is bezeten van de oneindigheidstheorie van de wiskundige Georg Cantor. Geen echte actieroman; de lezer moet het hebben van Harry’s perikelen met zijn qua karakter veel sterkere vrouw en kan daar best leesgenoegen aan beleven. De plot, die stukje bij beetje wordt opgebouwd, mag er ook zijn. Het perspectief ligt in het deel 1989 bij de man en vanaf daar bij zijn vrouw. Dat laatste veroorzaakt een aantal vermakelijke verrassingen.
Normale druk. - Wim Kleisen (Biblion)

Twintig jaar na een meervoudige moordpartij in de Antwerpse Kempen meent freelance auteur Harry Michielsen tijdens een vakantie in het vroegere Oost-Duitse stadje Halle die nooit opgepakte moordenaar te zien. Hij is in Halle om een verdwenen dicument  uit de 19de eeuw te zoeken van de hand van de wiskundige Georg Cantor, dat in verband staat met idolen zoals die in zijn vakgebied bestudeerd worden. Harry Michielsen is vergezeld van zijn vrouw die hoopt er een spoor te vinden van haar vriendin Else, die verdween net voor de val van de Muur.
Een hoogst originele misdaadroman.

De Demer, 12 juni 2012


De idolen van Halle van Herman De Jonghe heeft een citaat van wiskundige en filosoof Jean Paul van Bendegem op het voorplat. Daarin wordt het boek een 'mathothriller' genoemd. Centraal staan de wiskundige inzichten van Duister Georg Cantor (1845 - 1918) die baanbrekend werk deed voor de verzamelingenleer. Hij vroeg zich bijvoorbeeld af of elke oneindige verzameling getallen dezelfde hoeveelheid elementen heeft en of we die op een bepaalde manier kunnen rangschikken. Zijn zoektocht naar het oneindige, waarbij hij ook religieuze en pseudo-wetenschappelijke theorieën probeerde te incorporeren, kreeg veel tegenwind van collega's. Zelf had hij last van depressies en stierf hij totaal ontredderd in de Duitse stad Halle. Natuurlijk laat De Jonghe een geheime brief opduiken waarin allerlei onthullingen staan. Dat verhaal combineert hij met de zoektocht naar de verdwijning van een Oost-Duitse vrouw in 1989, het jaar dat de Muur viel, en de ontrafeling van een moordaanslag op een gezin waarbij de moeder en de dochter omkomen en de vader en de zoon overleven.
De Jonghe slaagt in De idolen van Halle er beter dan in zijn vorig werk in om de diverse verhalen met elkaar te combineren. En zijn schrijfstijl gaat erop vooruit.

John Vervoort, Standaard der Letteren, 8 juni 2012
 

(...) Maar jouw roman is boeiend, is een pak beter geschreven dan de doorsnee misdaadroman (onder andere door je bedaagde, Engels aandoende ironie hier en daar), een rustig verteltempo met diepte, goed "gesneden” personages  en een leerrijk thema dat bovendien nog boeit ook.
 
Ik ben er zelfs zodanig door beïnvloed dat ik Cantor ter sprake breng in mijn nieuwe roman die zich in 1921 in Berlijn afspeelt (nog wel een jaartje werk aan…). Een groter compliment kan ik je niet geven…
 
 

Het leuke van het schrijven van een recensie is dat je ook op zoek gaat naar de schrijver. Van de Vlaamse auteur Herman de Jonghe, die ‘De Idolen van Halle’ schreef, vond ik dat de achtergrond van de schrijver bepalend is geweest voor dit boek. Zijn vader was kunstschilder en de schrijver een wiskundeleraar. Die mengeling heeft een interessant verhaal opgeleverd, waarin schilderachtig en prachtig een wiskundig probleem wordt beschreven, afgewisseld met de ingrediënten van een goede thriller. Moord, intrige en een speurtocht naar een brief die de onvolprezen wetenschapper Georg Cantor in 1916 zou hebben geschreven. Laat je echter niet afschrikken door wiskunde, want daar hoef je geen kennis van te hebben om dit boek te kunnen lezen.

 

Het verhaal begint ruim twintig jaar geleden met een aanslag op het gezin van een jeugdvriend van de hoofdpersoon. Vanaf pagina 237 spring het verhaal naar 2011 en wordt de plot in het tweede deel ontrafeld. Je blijft lezen, want je wilt immers weten hoe de uitgezette verhaallijnen op het eind weer bij elkaar komen.

 

Op de cover wordt dit boek een mathothriller genoemd. Helaas heb ik geen verklaring voor dit begrip gevonden, behalve dat een professor het boek zo kwalificeerde.

 

© Han Peeters / Schrijverspunt
 

In de wetenschappen is "een idool" geen afgodsbeeld of een aanbeden persoon, maar een vervorming van de werkelijkheid. De grote geleerde trachtte in "Novum organum" een opsomming te geven van de verschillende redenen waarom mensen de werkelijkheid anders ervaren dan ze is. Die andere inzichten over de werkelijkheid kunnen ons overkomen in het dagelijkse leven, bijvoorbeeld ook als het gaat om wiskunde, misdaad of om de waarneming van mensen. 

Twintig jaar na een meervoudige moordpartij in de Antwerpse Kempen meent freelance auteur Harry Michielsen tijdens een vakantie in het vroegere Oost-Duitse stadje Halle de nooit opgepakte moordenaar te zien. Hij is in Halle om een verdwenen document uit de 19de eeuw te zoeken van de hand van de wiskundige Georg Cantor, dat in verband staat met idolen zoals die in zijn vakgebied bestudeerd worden. Harry Michielsen is vergezeld van zijn vrouw die hoopt er een spoor te vinden van haar vriendin Else, die verdween net voor de val van Muur. 

Toerisme, vooral in Halle maar ook in de Antwerpse Kempen, speelt een belangrijke rol in dit behoorlijk complexe misdaadverhaal. Daarnaast wordt de lezer meegevoerd in de wiskundige interesses van de hoofdfiguur, die manhaftig tracht een antwoord te vinden op het hoe en waarom van de moorden in de Antwerpse Kempen. De brave man leeft bovendien in een gezin met een paar rebelse tienerdochters, waarvoor hij vaak geen begrip kan opbrengen. Daardoor verdwijnt de misdaad wel eens naar de achtergrond, maar ze duikt nadien des te feller op. 

Bijzondere misdaadroman, met een aangename kennismaking met Halle.
 
Reisboeken.be recensent RD 

Recensies 'Blindeman'

 
Bij lezing van Blindeman vallen onmiddellijk twee zaken op: de auteur neemt bijzonder veel hooi op zijn vork, en het toeval speelt in deze intrige, die bruggetjes werpt tussen heden en verleden, wel een bijzonder voorname rol. Voor een auteur met iets minder talent zou dit neerkomen op de doodsteek voor de leesbaarheid van het boek, maar Herman De Jonghe is een geboren verteller, die zonder al te belerend over te komen, veel historische weetjes in zijn verhaal weet te verwerken. 
Wim Deferm, vertegenwoordiger van farmaceutische producten, is de pater familias van een gezin met problemen. Er zit sleet op dertig jaar huwelijksleven met zijn vrouw en bovendien voelt Wim zich schuldig omdat hun dochter Inge na een ongeval het zicht in haar ene oog verloor en zij in de toekomst het risico loopt volledig blind te worden. Tijdens een cultuurtrip naar Praag, wat de auteur de gelegenheid biedt om uitvoerig stil te staan bij de bewogen recente geschiedenis en het niet minder hectische verre verleden van deze stad bekend om zijn bloedige godsdiensttwisten, komt Wim toevallig in contact met een Vlaamse vrouw, een historica. Ze duwt hem een USB-stick in handen met het verzoek deze te overhandigen aan een vriendin in Leuven. De vrouw komt later in verdachte omstandigheden om het leven. Wim komt tot de vaststelling dat de aan hem doorgespeelde informatie een eindwerk van de dame in kwestie bevat met geheime gegevens over een nieuw geneesmiddel dat mogelijk de uitkomst biedt voor de oogziekte van zijn dochter. Het middel wordt echter de inzet van een nietsontziende strijd tussen twee machtige families uit de farmaceutische wereld. 
Op het eerste gezicht komt de plot nogal gezocht en onrealistisch over, maar de auteur weet het geheel geloofwaardig en zelfs beklijvend te maken door zijn hoofdpersonage een diepere psychologische gelaagdheid aan te meten. Zijn fouten en zwakheden ten spijt, treedt hij in het verhaal naar voren als een integer mens die sterk begaan is met het lot van anderen en die de speelbal wordt van machtige tegenspelers voor wie materieel gewin zwaarder doorweegt dan mensenlevens. Een thriller die niet vrij is van enig gemoraliseer, wat geenszins spanning en verrassende wendingen in de weg staat. De Jonghe heeft een eigen stem, die boven het monotoon gezoem van de Vlaamse thrillerauteurs uit klinkt.
 
[Staf Schoeters] 30 april 2012
Copyright (c) Vlabin-VBC Bron: http://www.deleeswolf.be/
 

 


 
 Een Vlaamse thriller over een doordeweeks Vlaams gezin uit het Hageland met een kind dat, nadat ze bij een ongeval een oog verloor, haar tweede oog aan een ongeneeslijke aandoening dreigt te verliezen. Maar er is hoop. Een farmareus, waarmee papa Wim goede relaties heeft, staat op het punt om oogreddende druppels op de markt te brengen. Wat de familie niet weet is dat er kapers op de kust zijn. Mensen met aandelen in de farma die het absoluut niet zien zitten dat een dure blockbuster de aandelen gigantisch de hoogte in duwt. (...) 
Blindeman zit behoorlijk complex in elkaar en zeker bij het begin van het verhaal is het nodig om even geconcentreerd te blijven. De reeks toevalligheden zijn er mij soms net iets te veel aan, maar het verhaal ontplooit zich lekker waardoor je als lezer aan het boek gekluisterd blijft. (...)

Désirée de Poot in 'De Apotheker'

(...) Dat alles om u maar te zeggen dat het min of meer klassieke gezin uit Blindeman, dat, zo blijkt uit de eerste bladzijden, reeds vele watertjes heeft doorzwommen en enkele stormen heeft doorstaan, binnenkort een echte vloedgolf, noem het een tsunami, over zich heen gedenderd krijgt. De relatieve rust die de regels die ik aan het begin citeerde uitstralen zullen binnenkort, dat is een wet in elk boek, elke film, elk verhaal, behoorlijk verstoord worden. (...) Toen ik enkele jaren geleden HdJonghes debuut Koppenbergblues las, over een aantal vrienden annex wielertoeristen die een soort ronde van Vlaanderen maken, won hij meteen mijn sympathie omdat hij zijn wielertoeristen zo goed als naast mijn huis laat passeren. Vlakbij waar ik woon, in Rijkevorsel, speelt zich zelfs een belangrijke scène uit het boek af. Koppenbergblues was mooi en intiem, vrienden onder mekaar en hier en daar wat wrijvingen. Best ok voor de eersteling van een verlate debutant. Met Blindeman zet HdJonghe een paar flinke stappen vooruit. Zoals hierboven geschetst is het verhaal breder en dus complexer van opzet, vermengt hij op een vernuftige manier heden en verleden, feit en fictie. De dialogen bekken goed, de vele karakters hebben hun eigen persoonlijkheid, de plot is doordacht en vraagt een behoorlijk geconcentreerde lezing, waar niks op tegen is. De geschiedenis is boeiend en relevant. (...) Ik zie nog te veel eenheidsworst, duo-speurders die soms behoorlijk ongeloofwaardige verhaallijnen moeten volgen, clichés en stereotypen. Ik zeg niet dat Blindeman van HdJonghe dat alles meteen en voorgoed overboord smijt maar het is ongetwijfeld een van de beste Vlaamse thrillers die ik dit voorjaar gelezen heb. Een echte paperback-writer dus, om het met the fab four te zeggen.
 
John Vervoort, recensent bij de Standaard der Letteren, bij de voorstelling van Blindeman in Westerlo 

 
Een indrukwekkende thriller, een verhaal dat wel degelijk weet aan te spreken door de stijl en de sfeer, maar ook door het verhaal dat aangrijpend is gebracht, en je stilaan maar zeker meesleept in een vreselijk web van intriges en conforntaties. Wim heeft het niet makkelijk… Hij heeft een dochter, Inge, die een oog verloor bij een ongeval en nu haar resterend oog ook nog eens dreigt te verliezen door een ziekte. Dit alles helpt niet de relatie met zijn vrouw te herstellen, die al niet echt optimaal is. Inspelend op een actueel gegeven uit de realiteit, lijkt de enige redding in dit geval te zijn beroep te kunnen doen op een geneesmiddel dat bestaat, maar de speelbal is van belangen van twee bedrijven uit de farmaceutische wereld. En de pecuniaire belangen lijken de voorrang te nemen op de gezondheid van dit meisje. Hij zal een meedogenloze strijd moeten aangaan met deze blinde belangen, en hiervoor zal hij meer moeten ondernemen dan hij zelf zou willen, en vooral in contact moeten komen met mensen die hij anders nooit zou hebben gekend. Aantrekkelijk bij de enen, maar ook wel beangstigend in de andere gevallen. Op een boeiende en zeer uitdagende wijze zullen we hier een bijzonder knappe plot kunnen volgen van de ongelijke strijd die mensen aangaan in een blinde wereld, letterlijk en figuurlijk, en de manier waarop dolende zielen wel degelijk tot leven kunnen worden gebracht… Sterk geschreven, en zeer zeker een absolute aanrader als vrij secure faction…
 
Recensies Bruna.nl

Recensies 'Hongaarse Dans'


Ook de tweede roman van deze auteur (1941) laat zich weer vlot lezen. Een wat oudere leraar wordt in het kader van een uitwisselingsproject (Comenius) ter voorbereiding daarop uitgezonden naar Hongarije. In Hongarije ontmoet hij weerstand bij het lerarencorps van de school daar en zijn begeleider is ook meer geïnteresseerd in goed eten en drinken. Na de ontmoeting met diens vriendin raakt hij verliefd op haar. Dan volgen snel een aantal ontwikkelingen: het project lijkt alsnog in goede banen te raken, de begeerde vrouw wordt hem aangeboden, maar hij vertrekt toch terug naar Belgie. Pas dan leest hij in het vliegtuig een tweetal mails die hem al in Hongarije waren toegezonden. De Jonghe heeft niet alleen een onderhoudend verhaal neergezet (waarin Hongaarse trekken zeer herkenbaar beschreven worden), maar dit ook een verrassend einde gegeven. Paperback; normale druk.
 
J.T.G. Maes in NBD/Biblion  

Omdat zijn collega Daniël verhinderd is, wordt fysicaleraar Gust Solleen door zijn school naar Hongarije gestuurd om er een Comeniusproject op te starten. Eigenlijk is Gust maar al te blij met deze vlucht uit zijn huwelijk met Erna — dat op sterven na dood is — en weg van zijn uitdagende stiefdochter Sietske. Hij hoopt zelfs dat de reis voor hem een nieuw begin kan betekenen. Directeur Jaegers belooft hem in Hongarije een enthousiast team in een gemotiveerde school, en laat weten dat de geschiedenisleraar Zoltán Mól gedurende zijn verblijf volledig tot zijn beschikking zal zijn. Bij zijn landing in Boedapest wacht hem echter iemand die weinig weg heeft van een gemotiveerde leerkracht, maar toch Zoltán Mól blijkt te zijn. Gust maakt gaandeweg kennis met de verarmde school in Budalito, directrice Katalin, die haar eigen agenda blijkt te hebben, docent sport János Mester, die het project onomwonden afkraakt, en Magda Hellner, docent Engels sinds het Russisch op school werd afgeschaft, hoewel ze zelf de Engelse taal amper machtig is. Al snel beseft Gust dat de trip naar Hongarije zijn problemen niet zal wegnemen, maar net voor heel wat nieuwe problemen zal zorgen. Hij ontmoet de zigeunerin Márta, de vrouw van Zoltán, die hem met haar sensuele dans volledig uit het lood slaat. Wanneer hij door omstandigheden een avond met haar alleen naar de opera gaat, doorbreken zijn romantische fantasieën alle barrières. De laatste dag in Hongarije heeft voor de verwarde Gust en voor de lezer echter nog heel wat verrassende wendingen in petto. Het boek schetst een prima beeld van het Hongaarse onderwijs — dat overigens allesbehalve prima lijkt — maar is ook een verhaal over een gefrustreerde leraar die verdrinkt in zijn persoonlijke problemen en voor wie alles in het honderd loopt. De Jonghe beschrijft het ‘tragische’ avontuur van de wanhopige Gust met een glimlach, hoewel de toon van het verhaal vrij moedeloos en weinig hoopgevend is, zowel voor het Hongaarse onderwijs als voor Gust als persoon. Van vorm is Hongaarse dans een ‘klassiek’ verhaal met een duidelijk hoofdpersonage en af en toe een flashback om een aantal zaken uit te klaren. Het taalgebruik is vrij sober, het onderwerp herkenbaar en het verhaal goed te volgen. De personele hij-verteller (Gust) is persoonlijk genoeg om je in te leven in zijn verwarde gevoelens, maar schept genoeg afstand om ook het Hongaarse leven te leren kennen.
 
[Kelly Loos] 31/12/2010 - Copyright (c) Vlabin-VBC - bron: De Leeswolf

Recensies 'KOPPENBERGBLUES'


Wat lijkt te beginnen als een relaas van een meerdaagse wielertocht door Vlaanderen (met de beroemde heuvels uit de Vlaamse klassiekers), ontwikkelt zich tot een boeiend relaas van onderlinge verhoudingen. Ook de Belgische problemen (taalstrijd, Dutroux, meervoudige ontsnapping uit de zwaarst bewaakte gevangenis) spelen op de achtergrond een rol. In dit romandebuut zet fysicus, onderwijsman en toneelauteur De Jonghe een prachtige roman neer, verteld vanuit het perspectief van de vier wielersporters en de twee begeleidende vrouwen. Als zodanig is het tevens een tijdsdocument en geeft het een beeld van de huidige Belgische maatschappij. De roman laat zich makkelijk lezen en is uitstekend geschreven. Hij doet uitzien naar volgend werk van deze auteur.
 
J.T.G. Maes in NBD/Biblion
 

Wie een beetje vertrouwd is met het wielertoeristenwereldje zal dit boek zeer herkenbaar vinden en vaak moeten glimlachen.
 
bvs in VTM-boekbespreking
 

 
Een heel leuke psychologische roman met een echt Vlaamse achtergrond: het fietsen, de taalstrijd en Dutroux. Het zit goed in elkaar. Vooral de wisseling van vertelperspectief doet het hier goed omdat De Jonghe door middel van de reacties op elkaar de karakters duidelijker uit kan laten komen. 
Uitstekend debuut.
 
© Marjo, juli 2008